Een minder bekend reservaat, dat ook deel uit maakt van het Kiskunság Nationaal Park, is het vogelreservaat Péteri-tó.
Dit Péteri-tó (Het meer van Peter) ligt aan de oostenlijke rand van het stuifzandlandschap tussen de Donau en de Tisza, dat door winderosie ontstaan is. In de trogvormige, voormalige zoutmeren werden drie visvijvers aangelegd, die sinds 1950 als zodanig in gebruik zijn. (interessant detail; buurtbewoners vertelden ons dat de meren door krijgsgevangenen uitgegraven zijn).
Tegenwoordig is het Péteri Tó een paradijs voor vogels en hun liefhebbers. Grote velden van Kiskunság behoren nog aan particulieren, wat uitermate veel werk voor het Nationaal Park creëert, omdat ze de eigenaren moet zien te overtuigen hun land zó te beheren, dat ook het natuurbehoud er baat bij heeft. Dat dit niet altijd even makkelijk is bewijst het feit dat er in de winter van 2004/2005 in het Péteri Tó op gezag van de eigenaar een groot aantal bomen gekapt zijn.
Het Péteri Tó vormt sinds 1976 , samen met de omliggende zoutsteppen, graslandschappen, boerderijen en kleine bossen, het huidige beschermgebied, waarop talrijke planten, vogels en andere dieren een veilig tehuis vinden. Ze komen er om te broeden om zich te goed te doen aan het uitgebreide visbestand. De meren puilen uit van de karpers, snoeken, meervallen, witvissen en brasems. Het visbestand wordt voor de vogels op peil gehouden. In het najaar worden de vissen opgeborgen in grote containers, en het meer leeggepompt.
Met zijn vele draslanden is het park een paradijs voor de trapgans, de nationale vogel van Hongarije. Het Péteri Tó is 740 hectare groot en er komen meer dan 200 soorten vogels voor, die hier voeding, rustplaats en broedgelegenheid vinden van het vroege voorjaar tot de herfsttrek. Het is een ideale verblijfplaats voor rietminnende vogels, zoals grote kolonies eenden en wilde ganzen, de grijze en witte reiger, kokmeeuw, wintertaling en meerkoet. Verder zijn er de grauwe klauwier, kluut, wielewaal, visdiefjes, witwangstern, ooievaar, lepelaar, zwanen, aalscholvers, bijeneter, hop, ijsvogel, specht, scharrelaar, klapekster, koekoek, torenvalk, uil en kraanvogel te zien, om er maar eens enkele te noemen.
Naast de vogelpopulatie zijn als bijzonderheden te vernoemen:
- De karakteristieke vegetatie van de zoutgronden.
- Naast de zouttolerante plantensoorten van de lager gelegen gebieden, zijn er de plantengemeenschappen van de hoger gelegen graslanden.
In het vogelreservaat is een wandelroute aangelegd. Verder is het verblijf er officieel alleen toegestaan met voorafgaande toestemming. Bij de hoofdingang bevindt zich een educatiecentrum, waar ook (groeps)verblijf mogelijk is.
|