Het regionale natuurgebied van pusztaszer reikt van Tömörkény tot Szeged en is rijk aan natuurschatten, en vol bezienswaardigheden. Naast de dorre weilanden, visvijvers, meanders, moerassen, dorre en zandige vlaktes hoort ook het Nationale Historische Park van Ópusztaszer bij dit gebied.
Pusztaszer heeft ook de unieke mix van zandige grond van de Kiskunság, de alkalische grond van het Laagland en de veerkrachtige grond van het Tisza gebied. Deze samenhang zie je ook in de flora en fauna terug. Er zijn speciale orchideeën in zanderige grassen, en zelfs Sternbergia soorten (lelie-des-velds) komen er voor.
De bodem van het huidige vijver complex was vroeger een dorre, verzilte grondbodem, afgewisseld met ondiepe meertjes. In de dertiger jaren werd het gebied met water opgevuld. Toen zijn de vogels, die overigens van de zoute meren van Azië en van de kusten van Europa afkomstig zijn, verder verhuisd, naar de zoute meertjes van omliggende weiden. Op hun plaats leven nu diverse reigersoorten en op het Korom-eiland woont een hele kolonie van de kokmeeuw.
De vogelkijktorens aan de visvijver no 9 kunnen door de natuurliefhebbers het gehele jaar door gebruikt worden. Aan het andere vijvercomplex, het Csaj-meer, heeft men niet minder dan 269 vogelsoorten geteld. Het Sas-beekje, ten noorden van Algyö is beschermd vanwege zijn grote hoeveelheid reigers. Het Bíbics meer en Müllerszék zijn de twee typische meren van Pusztaszer, waar zeldzame vogels nestelen (zwart vleugelige stelt, Australische Kluut )
In Augustus 2006 heeft in Pusztaszer voor de tweede maal het
Országos Természetfilm-fesztivál plaatsgevonden.
|