De pusztaszer regio heeft een rijk historisch verleden en was een belangrijk centrum in het leven van de Hongaarse stammen tijdens de Hongaarse conquest. De relikwieën van deze Historische tijden zijn in het gedenkpark terug te vinden.

De geschiedenis van Pusztaszer gaat terug naar de tijd van de Hongaarse verovering van Árpád. Hij en zijn hoofdmannen bleven daar (volgens de aantekeningen van een anonieme historicus van koning Béla) 34 dagen bij het Körtvély meer (tegenwoordig het Dóci meer) en de Gyümölcsény bossen, om de problemen van de provindie in ogenschouw te nemen. De oude Hongaren noemden deze plek Szeri, naar de Hongaarse uitdrukking "overwegen".

De 7 hoofdmannen wilden ieder een herdenking maken van de overwinning en ze maakten alle 7 een heuvel. Deze 7 heuvels staan in het gebied van Pusztaszer en Ópusztaszer. Hun namen zijn Árpádhalom, Sáregyházimalom, Szárnyékhalom, Vesszoshalom, Kártyáshalom, Császárnéhalma and Lukashalom.

Het gebied onderging gedurende de geschiedenis een hoop strijd. Het werd vernietigd door de Tartaren en Turken en werd meerdere malen platgebrand, maar kwam altijd weer tot leven. Na de Turkse tijd kwamen mensen uit Kecskemét naar dit gebied om er een boerderij te beginnen. Vanuit Szeged waren het vooral de armen die op de poesta hun geluk gingen beproeven. Zij verbouwden hier op kleine schaal tabak. Sinds 1640 heet het Pusztaszer.

In het begin van de 18e eeuw werd het gebied opgedeeld in; Opper-Pusztaszer (het hedendaagse Pusztaszer), Lager-Pusztaszer en Pusztaszer-weiden. Het land verwisselde meerdere malen van eigenaar. Bekende eigenaren waren o.a. de aanvoerder Ond, de Pósa familie en Graaf Pallavicini. Laatst genoemde kocht in 1803 samen met zijn vrouw, Leopoldina Zichy, de delen van Pusztaszer voor 50.000 Hongaarse forinten. Kecskemét diende een aankacht in tegen deze transactie en won de zaak.

Volgens de documenten kocht Kecskemét het 8000 are grote gebied in 1828 voor 93.062 HF. Hierna noemde de Graaf zijn land Sövényháza (Sövény=heg) en werd Kecskemét het administratieve centrum van het gebied. De relatief grote afstand (53 km) Kecskemét zorgde al snel na de transactie voor problemen. De stad wilde van deze last af en nam stappen naar onafhankelijkheid van Opper-Pusztaszer. Ze kregen in 1872 toestemming van de Minister van Binnenlandse zaken, maar de volgende vier jaar gebeurde er niets. Een wet in 1876 maakte het onmogelijk om steden in de regio te vestigen, omdat er te weinig privégebieden waren; de inwomers waren alleen landhouders, geen landbezitters.

Op 10 oktober 1882 werd besloten dat de administratieve zaken van het Pusztaszergebied in het dichtstbijgelegen stadje, Kistelek, plaats moesten vinden. Op 25 oktober 1900 werd besloten het land onder de gebruikers te verdelen: tussen 1903 en 1934 kwam ruim 200 ha land in partuculiere handen.

Zo lang Kecskemét baas was over de regio, ontwikkelden ze het ook. Ze bouwden huizen voor puszta-rechters en vroedvrouwen. Er werden scholen gesticht en gebieden toegewezen als kerkhof. In 1973 werd Sövényháza Ópusztaszer, met al zijn fascinerende schoonheid, stadsmuseum, archeologische gebieden en het Feszty-panorama. Pusztaszer kreeg alleen de mooie historische naam.

Pusztaszer is een typische boerderijen-nederzetting. De economie is gebaseerd op de landbouw; de zandige grond is ideaal voor de teelt van druiven en fruit, productie van graan op grote schaal en groenten. Er is een paprika- en groenten verwerkingsfabriek in het dorp.